Het CBR heeft een video gemaakt, speciaal om je te helpen bij het praktijkexamen.

 

In een nieuwe voorlichtingsvideo geeft het CBR tips voor het praktijkexamen. De tips gaan over zeven onderdelen, waar het tijdens het praktijkexamen van het CBR vaak mis gaat. Kandidaten krijgen de video toegestuurd via de mail na het slagen voor het theorie-examen. Maar hier kun je de video alvast bekijken.

 

De 7 tips van de examinator van het CBR.

 

Tip 1: Waarop moet je letten bij het wegrijden
Tijdens het wegrijden moet je de auto onder controle hebben. Ook moet je goed om je heen kijken, zo voorkom je dat je andere weggebruikers hindert.

Tip 2: Waarop moet je letten bij rechte en bochtige weggedeelten
Op rechte en bochtige weggedeelten zorg je voor genoeg ruimte vóór, achter en naast de auto, het zogenaamde (ruimtekussen). Let erop dat je mogelijk gevaar op tijd ziet (door te scannen) en hier dus goed op kunt reageren. Houd ook een juiste snelheid aan: vlot waar het kan en rustig waar dat nodig is.

Tip 3: Waarop moet je letten bij kruispunten
Als je op een kruispunt af rijdt, moet je goed vooruit kijken en je snelheid aanpassen aan de situatie. Zorg ervoor dat je de verkeersregels goed toepast en op de juiste manier om je heen kijkt. Laat andere weggebruikers op tijd weten wat je van plan bent. Je moet dus vooruitdenken en op tijd een plan maken.

Tip 4: Waarop moet je letten bij het invoegen en uitvoegen
Bij het invoegen en uitvoegen is het heel belangrijk dat je om je heen kijkt en vooruit kijkt. Je moet namelijk op het goede moment en met de juiste snelheid in- en uitvoegen. Daarbij mag je niemand hinderen.

Tip 5: Waarop moet je letten bij inhalen en van rijstrook wisselen
Bij het inhalen of wisselen van rijstrook mag je niemand hinderen. Kijk goed en op het juiste moment om je heen om de verkeersregels toe te passen. Laat op tijd aan andere weggebruikers weten wat je van plan bent door je richtingaanwijzer aan te zetten.

Tip 6: Waarop moet je letten bij bijzondere weggedeelten
Er zijn verschillende bijzondere weggedeelten, zoals voetgangersoversteekplaatsen en rotondes. Hierbij let je op je kijkgedrag en snelheid. Belangrijk is ook het voorrang verlenen en vóór laten gaan.

Tip 7: Waarop moet je letten bij bijzondere manoeuvres
Er zijn drie bijzondere manoeuvres: de parkeeropdracht, de omkeeropdracht en de stopopdracht. Je doet er twee, waarbij je bij minimaal één bijzondere manoeuvre achteruit moet rijden. Soms doe je ook nog een hellingproef. Zorg ervoor dat je de bijzondere manoeuvres op een veilige en logische plaats uitvoert en dat je de auto onder controle hebt. Let ook op dat je goed kijkt en dat je rekening houdt met andere weggebruikers.